Infoplaatje

Goudenregen
Wetenschappelijke naam : Laburnum anagyroides          
Nederlandse benamingen :    

English : Golden Chain Tree
Français : Cytise Commun, Bois de Lièvre, Faux Ebénier
Deutsch : Goldregen, Bohnenbaum, Kleebaum

Taxonomische indeling

Rijk : Plantae Planten
Stam : Embryophyta Landplanten
Klasse : Spermatopsida Zaadplanten
Clade :   Bedektzadigen
Clade :   Tweezaadlobbigen
Clade : Fabiden  
Orde : Fabales  
Familie : Leguminosae Vlinderbloemenfamilie
Onderfamilie : Papilionoideae  
Geslacht : Laburnum  
     
    Medikus (1787)
   
Vindplaats : Oude Veldstraat - Zaffelare
Oost Vlaanderen - België
Datum : 22 mei 2013
 
 
 
 
 
 
 
 
           
Omschrijving :

De goudenregen (Laburnum anagyroides) is een plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae) die zijn naam dankt aan de lange hangende bloemtrossen. In het wild groeit de goudenregen in Midden- en Zuid-Europa. De hoogte kan 7 m bedragen. De hele plant, maar vooral de peulen, bevatten een giftige nicotine-achtige verbinding, cytisine. De boom werd veel aangeplant in parken, tuinen en langs straten vanwege de sierwaarde maar de soort wordt tegenwoordig vanwege deze giftigheid minder vaak aangeplant. Overigens zijn de aangeplante soorten vaak hybriden, zoals Laburnum ×waterei.

De kroon is smal, open en onregelmatig met opstijgende, gebogen takken. De boom heeft een gladde schors die eerst groen is, maar later groenachtig bruin wordt. Er zijn fijne, oranjekleurige schilfers te zien

De boom heeft grijsgroene twijgen, voorzien van grijze haartjes. De knoppen zijn eivormig en hebben een bleke grijsbruine kleur. Ook de knoppen zijn behaard.

De bladeren zijn samengesteld drietallig. De deelblaadjes zijn eivormig en gepunt. Ze zijn 3-8 cm lang. De bladsteel heeft een variabele lengte (2-6 cm). De bovenzijde van het blad is grijsachtig groen, de onderzijde is blauwachtig grijs en is voorzien van zilverkleurige haartjes.

De bloemen zijn heldergeel en hangen in trossen van 10-30 cm bijeen. De bloempjes hebben een vlindervorm.

De vruchten van de goudenregen zijn slanke peulen van 4-8 cm lang. Vaak zijn ze gedraaid. In de peulen zitten zeer giftige zwarte zaden. De trossen vruchten zijn eerst harig, maar worden later donkerbruin en kaal.

De gouden regen is door de giftige peulen wellicht minder geschikt voor een tuin waar kinderen of honden spelen.
Gouden regen is bladverliezend en winterhard.

Het hout van de gouden regen is bijzonder hard, duurzaam en bijna zwart. Gepolijst lijkt het op ebbenhout. Het wordt wel eens gebruikt voor fijn houtwerk.

 
 
 
 
         
Naamgeving :

De Latijnse naam voor gouden regen is Laburnum. Het is de wisselvorm van het Latijnse woord alburnum dat spint (rotting) betekent. Het slaat op de bast van de gouden regen en verwijst naar problemen, die kunnen ontstaan bij het snoeien van de struik. De tweede naam van de gewone gouden regen (Laburnum anagyroides) verwijst naar de vlinderbloemige plant Anagyris.

 
 

De hele plant is giftig door de aanwezigheid van cytisine. Cytisine is vergif, dat shock teweeg kan brengen in de vasomotorische- en ademhalingscentra.
Bij kinderen kan al vergiftiging optreden door het eten van twee zaden. Er wordt zelfs gezegd dat de melk van koeien die er aan geknabbeld hebben vergiftigd is. De vergiftiging blijkt al heel gauw, binnen 15-60 minuten. Het gaat gepaard met ernstige aanvallen van misselijkheid, in de laatste fase diarrhee en spiersamentrekkingen. De dood kan na een of enkele uren intreden. De medische prognose is altijd ernstig.

  Bron : Wikipedia