Infoplaatje

Gele aardappelbovist
Wetenschappelijke naam : Scleroderma citrinum          
Nederlandse benamingen : Gewone aardappelbovist,  

English :  
Français :  
Deutsch :  

Taxonomische indeling

Rijk : Fungi Schimmels
Stam : Basidiomycota  
Onderstam : Agaricomycotina  
Klasse: Agaricomycetes  
Onderklasse : Agaricomycetidae  
Orde : Boletales  
Familie : Sclerodermataceae  
Geslacht : Scleroderma  
     
     
     
    Pers (1801)
   
Vindplaats : Heidebos - Moerbeke
Oost Vlaanderen - België
Datum : 10 sepember 2011
 
 
 
 
 
 
 
 
           
Omschrijving :

De Gele aardappelbovist behoort tot de groep Buikzwammen waarvan de sporen inwendig gevormd worden. Verankerd in de bodem met witte mycelium- of zwamvlokstrengen vormen ze mycorrhiza, een symbiose of samenleving met wederzijds voordeel voor de zwam en de boomsoort waaronder ze zich bevinden.

De gele aardappelbovist is te vinden op heide en in loofbossen. Het is een zeer algemene soort, die van de zomer tot de herfst gezien kan worden.
De knolvormige of bijna ronde vruchtlichamen groeien graag in kleine groepjes en zien er werkelijk uit als aardappelen. Het gele tot bruinachtige omhulsel of peridium is taai en opgedeeld in grove schubben. Het inwendig sporenvormend weefsel of hyfendraden, ook wel gleba genoemd, is bij jonge vruchtlichamen wit en stevig en verspreid een kruidige geur.

Het vruchtlichaam heeft een doorsnede van 5-10 cm en is half bol- of knolvormig, maar vaak afgeplat aan de bovenkant. Het oppervlak is ruw door hoekige schubjes. De kleur varieert van geelachtig tot okerkleurig. Snijdt men het vruchtlichaam door, dan blijkt er een dikke, witachtige schil te zijn met vaak een roze waas. Daarbinnen zit de purperzwarte sporenmassa.
Deze bovist heeft geen steel of slechts een korte, steelachtige basis.

Met een zacht tikje ertegen of de val van een regendruppel erop puffen er kleine wolkjes sporenstof uit. Het microscopisch beeld toont ons kogelvormige sporen soms variërend tussen 9 en 13 micron groot en met stekels erop tot 1,5 micron lang die aan hun voet door een onregelmatig netwerk verbonden zijn.

In het jonge stadium is het inwendige wit, gaat over naar bruin en later zwart. Bij het rijpen droogt de wand van de knol en scheurt hij open. Als het vruchtlichaam openscheurt, stuift de poedervormige sporenmassa naar buiten.

 
 
 
 
         
Naamgeving :

Hij dankt zijn naam aan zijn bolle vorm waardoor hij op een aardappel lijkt.

 
 

Gele aardappelbovist is giftig. Het eten van een volwassen aardappelbovist kan leiden tot braakneigingen, zelfs hartklachten.

  Bron : Wikipedia