Infoplaatje

Rode klaver
Wetenschappelijke naam : Trifolium pratense          
Nederlandse benamingen :    

English :

Red Clover

Français : Trèfle des prés
Deutsch : Rotklee

Taxonomische indeling

Rijk : Plantae Planten
Stam : Embryophyta Landplanten
Klasse : Spermatopsida Zaadplanten
Clade :   Bedektzadigen
Clade :   Tweezaadlobbigen
Clade : Fabiden  
Orde : Fabales  
Familie : Leguminosae Vlinderbloemenfamilie
Onderfamlie : Papilionoideae  
Geslacht : Trifolium Klaver
     
    Linnaeus (1753)
   
Vindplaats : Damvallei - Destelbergen
Oost Vlaanderen - België
Datum : 30 september 2011
 
 
 
 
 
 
 
 
           
Omschrijving :

De rode klaver (Trifolium pratense) is een overblijvende plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae ofwel Fabaceae). De rode klaver komt in het wild voor in heel Europa en in noordelijk en Centraal-Azië; zuidelijk vanaf het Middellands Zeegebied tot aan de Noordpoolcirkel. De rode klaver heeft zich ook in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland gevestigd.

Het is een vaste plant met een samengesteld, drietallig blad. De plant kan 15-50 cm hoog worden. De stengel is behaard. De onderste bladeren zijn rond en langgesteeld, de bovenste bladeren bijna zittend, langwerpig en aan onder- en bovenzijde bedekt met haartjes. In het midden van deze bladeren zit een lichte vlek. Naast de bovenste bladeren zitten eivormige blaadjes.

Typisch voor de bladeren van de rode klaver is dat ze een V-vormige tekening vertonen. De rode klaver heeft een harige stam om mieren die erop willen klimmen af te schrikken. De naam "rode klaver" wordt voor een deel uit de kenmerken van de bloemen afgeleid. Deze zijn geurig en kunnen in kleurschakeringen van roze tot donkerrood gaan.

De rode klaver is een wilde en zeer algemeen verspreide plant. De rode klaver is overvloedig aanwezig in heel Europa, in Centraal en Noordelijk Azië, van het Middellandse-Zeegebied tot aan de Noordpoolcirkel. De rode klaver heeft zich ook in Noord-Amerika gevestigd. De rode klaver produceert honing maar niet zoveel als de witte klaver. Rode klaver groeit ook goed in weiden waar hij de stikstof in de grond bindt. Het planten van rode klaver zal de grond verbeteren omdat de wortels speciale knobbeltjes hebben die stikstof-fixerende bacteriën huisvesten. Deze bacteriën kunnen stikstof uit de lucht in de grond vasthouden en ter beschikking stellen van de plant. Wanneer de rode klaverplant afsterft komt die stikstof terug vrij in de grond.

De rode klaver bloeit van juni tot in de herfst met roze tot rode bloemen. De bloeiwijzen zijn bol tot eivormig en hebben aan de voet van de bovenste bladeren steunblaadjes.

De rode klaver werd vroeger veel gebruikt als voedergewas en komt nu weer meer in de belangstelling voor de ecologische landbouw. Wordt nu nog wel geteeld als stoppelgewas, dat wil zeggen dat de rode klaver wordt in maart en april onder graan gezaaid en groeit na de oogst van het graan verder.

De rode klaver komt van nature niet voor in Australië en Nieuw-Zeeland maar de soort is er door de kolonisten ingevoerd. Voor de bestuiving werden er rond 1880 hommels uit Zuid-Engeland geïntroduceerd, omdat geen van de inheemse bijen door de diepe kroonbuizen de rode klaver konden bestuiven. Alleen een uitrolbare hommeltong kan de rode klaver bestuiven. Voor de zaadproductie worden in Denemarken en Frankrijk gekweekte hommels ingezet voor het bestuiven van de rode klaver.

Rode klaver wordt alleen bevrucht door hommels omdat deze diep genoeg in de bloem kunnen komen, bijen en wespen kunnen dat niet.
De hommel heeft een lange tong om bij de honing te komen, een bij kan dat niet.

De rode klaver is een waardplant voor de vlinders klaverblauwtje, staartblauwtje, mi-vlinder, bruine daguil en gamma-uil en de microvlinders Phyllonorycter insignitella en Coleophora deauratella.

In Ierland is het blad van de rode klaver het nationale embleem.

 
 
 
 
         
Naamgeving :

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Trifolium, heeft een Latijnse oorsprong en is een combinatiewoord van tri ('drie') en folium ('blad'). Driebladig dus, zoals bij elke klaversoort.
In de Middeleeuwen stonden drie blaadjes symbool voor Vader, Zoon en Heilige Geest.

Het tweede deel, pratense, komt van het Latijnse woord pratus, dat 'op de weide groeiend' betekent.  Het moet gelezen worden als '(het groeit in de) weide'. Maar deze plant is ook te vinden langs spoor/weg bermen.

Volgens veel Etymologen is de herkomst van het woord Klaver onzeker. Het kwam al voor in het Middelnederlands (tussen 1200 en 1500) als Klever en Clavere. Het woord zou ook afgeleid kunnen zijn van het Oudgermaanse Cloefre, wat wil zeggen Splitsen of Klieven en dat zou slaan op het in drieén gespleten blad.

 
   
  Bron : Wikipedia