Zeer slanke, langgerekte plooivleugelwespen. Borststuk bijna kogelrond, achterlijf opvallend lang en smal. Eerste metasomale segment slechts half zo breed als het tweede en als een lange kegelvormige steel van de rest van het achterlijf afgesnoerd . Borststuk bijna kogelrond, achterlijf opvallend lang en smal. Lichaam zwart en rijkelijk geel getekend.

Op zonnige, open plekken, ruderale terreinen, langs wegbermen, in zandgroeven en op heidevelden. In Nederland 4, in België 5 soorten.

Deze vormt van leem een urnvormig potje met kleine kraagachtige opening. Ze schuift haar achterlijfspunt naar binnen en hecht een gesteeld ei aan de celwand van dit urntje. Hierin doet zij verlamde keverlarven of rupsen en sluit de urn af met een bolletje klei.

De urntjeswespen (genus Eumenes) danken hun naam aan de urnvormige klei- of leemnestjes die ze construeren voor hun larven.