|
![]() |
Winterkoning | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wetenschappelijke naam : | Troglodytes troglodytes | ![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandse benamingen : | Poverke, keuntje , Keunepietje, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
English : | Wren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Français : | Troglodyte | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deutsch : | Zaunkönig | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omschrijving : | De winterkoning of vaak winterkoninkje (Troglodytes troglodytes) is de enige winterkoningsoort die voorkomt in de Oude Wereld (Azië, Europa en Noord-Afrika). Het is een kleine, insectenetende vogel met een opvallend luide zang. Het is een klein gedrongen, zandbruin vogeltje van bijna tien centimeter met een opgewipt staartje. Zijn zang is helder, met vibrerende scherpe trillers. De lichaamslengte bedraagt 9 tot 10 cm. Winterkoninkjes eten voornamelijk insecten en spinnen. Ze kunnen tot drie nesten per jaar hebben, met vijf à acht jongen per nest. Deze nesten worden in het voorjaar door het mannetje gemaakt, in heggen, struiken en takkenbossen op een hoogte van ongeveer een meter boven de grond. Hij maakt er meestal ook meerdere per territorium. De winterkoning heeft zich aangepast aan zowel bosrijke als open gebieden zoals boomloze eilanden. Verder broedt de vogel in parken en tuinen. Belangrijk is dat zich ergens dichte struwelen bevinden zoals heggen, braamstruiken of dichte vegetaties bij water. De winterkoning is in Nederland en België een van de meest algemene vogelsoorten. Zeer kleine bruine Zangvogel met opgericht staartje, die zich vaak kenbaar maakt door zijn luide zang. Vaak wordt de verkleinvorm Winterkoninkje gehanteerd. De vogel zingt ook wel 's winters, mogelijk reden voor zijn naam. Het element -koning in de naam houdt verband met de zgn. koningsmythe der vogels, Het winterkoninkje is het tweedekleinste vogeltje van Nederland en België. Als hij begint te fluiten, draait het hele lichaampje mee; van links, naar rechts op te zien of er een wijfje opduikt, die hij kan verleiden. Het geratel, dat de vogel kan verspreiden is een vorm van contact zoeken of leggen. De winterkoning is een geboren verleider. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zang / Roep | HIER klikken | Zang serie luid vloeiend gebabbel, schetterend, met veel trillers; wordt gehele jaar door gehoord, maar vooral in voorjaar. Roep luide ratel 'trrrrrrr'. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naamgeving : | De vogel heeft meer dan 60 vaak streekgebonden volksnamen. De Friese naam is tomke, wat in het Nederlands klein duimpje betekent. In Noord- en Zuid-Holland werd de vogel klein jantje genoemd. Een Vlaamse volksnaam is poverke. Betekenis wetenschappelijke naam: holbewoner. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron : Wikipedia |